Landgeiten

Twiskemolen

De Nederlandse Landgeit

Landgeiten

Het molenaarsgezin, wonend in de Twiskemolen, heeft rondom de molen een groep Nederlandse Landgeiten lopen. Buiten het feit dat Marijke en Marcel veel plezier beleven aan het houden van deze groep geiten, leven de geiten in eerste instantie rondom de molen voor het nut;

De Twiskemolen heeft vanuit alle windrichtingen vrije wind nodig, zodat de wieken maximaal kunnen profiteren van de windkracht. Rondom de molen is een fictieve cirkel getrokken met een diameter van ongeveer 300 meter waar geen hoge bomen mogen groeien.
Dit gebied noemen wij de molenbiotoop. De molenbiotoop beslaat ongeveer 4 hectare natuurgrond. De groep Nederlandse Landgeiten (momenteel 12 geiten en 1 bok) worden wisselend op stukken grond binnen de molenbiotoop uitgezet zodat ze korte metten kunnen maken met de jonge boom- en struikopslag. De Nederlandse Landgeit is een oeroud geitenras dat door de eeuwen heen in Nederland is gehouden voor het vlees en de melk.

In de jaren 50 van de vorige eeuw was de Nederlandse Landgeit bijna uitgestorven. Door een intensief fokprogramma lopen momenteel weer zo’n kleine 2000 rasechte landgeiten rond in Nederland. De Nederlandse Landgeit is een zeldzaam Nederlands huisdierras. De Landgeit is een stevig gebouwde, middelgrote, enigszins laaggestelde geit. Zij kunnen zeer bont van kleur zijn, maar ook zwart/bruin en wit/cremekleurig. De geiten en bokken kunnen korte en lange beharing hebben. De langharige geiten hebben vaak een kortharige ondervacht. Bokken en geiten zijn gehoornd, de bokken zijn het zwaarst gehoornd. Drachtige geiten werpen meestal 1 of 2 jongen per keer. 3- of 4-lingen komen zelden voor.

De Nederlandse Landgeit eet grassen, riet, kruiden, loof, schors, eikels, kastanjes, beukennootjes, enz. Ze zijn ook goed in het eten van allerlei storingskruiden als brandnetels, distels, reuze berenklauw en ridderzuring en houden erg van houtige gewassen. Hun voedsel kan voor 60% bestaan uit bomen en struiken. Ze kennen niet een echte bronstperiode. De geiten kunnen vanaf augustus tot en met februari gedekt worden en dan vanaf december de lammeren geven. Om de winterlammeren te voorkomen, worden in juli tot november de bokken bij de kuddes weggehouden.

Van de in Nederland voorkomende geitenrassen is de Landgeit de soberste. Hij kan zomer en winter zonder stal buiten verblijven, mits er enige beschutting zoals reliëf of bosschages in het terrein aanwezig is. Door hun wollige ondervacht in combinatie met hun volharige bovenvacht kunnen ze goed tegen het Nederlandse klimaat. De ondervacht houdt ze warm als een soort dons, de bovenvacht zorgt, als dakpannen, voor de afwatering. De dieren lammeren redelijk goed zelf af en verzorgen over het algemeen hun lammeren goed.

Engelse Bokken

In 2005 haalden een paar Nederlandse fokkers vijf jonge wilde Engelse bokken naar Nederland. Doelstelling: Het genetisch versterken van de Nederlandse Landgeit door middel van het inbrengen van nieuw, aan de Nederlandse Landgeit verwant bloed.
Er is met deze 5 wilde Engelse bokken de afgelopen jaren veel gefokt, door heel Nederland. De kunst is nu om met nageslacht te engelsebokken-overzichtfokken zonder het voorgeslacht opnieuw erin te laten terugkomen.

De Engelse bokken zijn gevangen door locale boeren, gebruikmakend van hun honden. Locatie: de heuvels van College Valley, Nothumberland National Park, zo’n 200 km ten noorden van Newcastle. De bokken zijn geselecteerd op diversiteit, ze verschilden in type, breedte, ontwikkeling en kleur, met als doel het beperken van onderling genetische verwantschap. De 100 % Engelse bokken kregen de volgende namen:Malvin, Evan, Oran, Condan en Merlin.

Het fokprogramma bij de Twiskemolen is gericht op het genetisch versterken van de Nederlandse Landgeit door het inbrengen van Engels bloed. Directe nakomelingen van de wilde Engelse bokken hebben een aantal van onze geiten gedekt. De geiten die we hebben laten dekken zijn ook uitgekozen op Engelse voorvaderen, waardoor alle lammeren tussen de 62,5 en 75% Engels bloed in zich hebben. Wij verwachten dat de lammeren zich sterk en gezond ontwikkelen.

Een stukje cultureel erfgoed in Landsmeer