Twiskepolder

Twiskepolder

Geschiedenis Het Twiske

Het gebied van ong. 650 ha, gelegen boven Amsterdam, tussen Landsmeer, Den Ilp en Oostzaan biedt voor elk wat wils. Al eeuwenlang heeft de natuur daar haar gang kunnen gaan, waardoor het wonderlijke landschap is gegroeid en ontwikkeld. Ondanks de snelweg, aangelegde paden en speelplaatsen blijft het een authentiek natuurgebied.

De naam komt uit het Westfries: twisken betekent ‘tussen’ en ‘scheiding’, het Twiske lag tussen de banne* Waterland (waar Landsmeer en Den Ilp bijhoorden) en Kennemerland, waar Oostzaan onder viel.

Het Twiske staat al aangegeven op een kaart van 1288. Het gebied dankt zijn naam aan het veenriviertje De Twiske, dat liep van het Wormermeer (nu de Wijde Wormer) tot aan het IJ. Bij de Oostzaanse Overtoom, nu de Twiskestraat in Kadoelen, liep het riviertje in het IJ. Noord-Holland was een groot veenmoeras met riviertjes die liepen naar Flevomeer en Noordzee. In de 10de eeuw was het vrij droog, waardoor het hoogveengebied wat uitdroogde.Hierdoor was het geschikt geworden voor landbouw. Mensen trokken via de rivieren het gebied in. Doordat het veen inklonk ( wel 1 cm per jaar) verdroogde het gebied. De bovenlaag van het veen werd door de nieuwe bewoners als brandstof gebruikt, de turf. De herkomst van de eerste bewoners ligt waarschijnlijk in West-Friesland en de kust. Eerst hield men zich bezig met akkerbouw, later werden scheepvaart, visserij en veeteelt belangrijk. Door de veenverkaveling ontstonden er vele plassen, ‘Wijd’ of ‘Wijde’*, ‘Braak’ of ‘Breek’* zijn veel voorkomende namen in dit gebied.

Schotse Hooglantders in de Twiskepolder
Schotse Hooglantders in de Twiskepolder

Luyendijk

In 1589 werd de Luyendijk aangelegd langs het Twiske, om het gebied te beschermen tegen hoog water, op zich was dat nog niet nodig omdat het waterpeil in beide gebieden gelijk was. Op oude kaarten zie je wel dat er op verschillende plekken overhalen of overtomen waren. De Luyendijksluis tussen de grote Breek en de plas bij de molen is een van die oude overtomen.De dijk is echter niet meer dan een verhoogd pad, een ‘luie’ dijk. In de 17de eeuw was de Oostzaanse overtoom, waar de Twiske in het IJ liep, van belang voor de walvisvaart. De Twiske was de aan- en afvoerroute voor traankokerijen. Deze bevonden zich waar nu de wijk Twiske-West ligt. In de nieuwbouwwijk ‘De Luyendijk’ van Landsmeer zijn sommige straten (Speksnijdersweg, Harpoenier) ook naar deze industrie genoemd, die van 1640 tot 1790 heeft bestaan in dit gebied.

Na de eerste helft van de 18de eeuw liep de turfwinning terug. De putten die daardoor waren ontstaan groeiden weer dicht. ‘t Vijver, een gebied ten noorden van de Stootersplas, was vroeger een open veenput met glashelder water, waar in tijden van droogte het drinkwater werd gehaald. Het gebied bestond uit allemaal eilandjes die voor het grootste gedeelte uit riet bestonden. men had hier een tevreden bestaan van veeteelt, visvangst en rietsnijden.

In 1884 werd de spoorlijn van Zaandam naar Purmerend geopend, Oostzaan kreeg een eigen station.

Natuurreservaat

Waterland heeft vele overstromingen meegemaakt, in 1916 was er weer een met veel gevolgen voor het landschap. Geen enkele boom had het zoute water overleefd en het land was bijna zonder enige begroeiing overgebleven. Mede naar aanleiding hiervan is men versneld overgegaan op de aanleg van de Afsluitdijk (1932). In de eerste tientallen jaren van de 20ste eeuw hield de bevolking rond het Twiske zich bezig met pluimvee en eenden, de eendeneieren werden gebruikt in de Zaanse beschuitindustrie. Van de jaren ’20 en ’30 is bekend dat er veel aan watersport werd gedaan in het Twiske, het gebied was erg in trek bij zeilers.

In diezelfde tijd werd het gebied ook gebruikt als vuilstort van de stad Amsterdam en de om het Twiske liggende gemeenten.
Op een gegeven moment heeft men besloten tot de bouw van een vuilverbrandingsoven omdat de stad te groot werd en daarmee het probleem van het vuil groeide. Ondanks de vuilstort trok het Twiske ook veel natuurliefhebbers, onder wie Theo Thijsse, die sprak over het rijk der 1000 eilanden. In 1937 kocht Natuurmonumenten het gebied dat uitgroeide tot een groot natuurreservaat.

Ontwikkeling

In 1941 werd er in werkverschaffingsverband begonnen met de ontginning van het gebied, dit zeer tegen de zin van de natuurbeschermers. Het zuidelijke deel werd drooggemalen en een ringdijk aangelegd. In de oorlog werd hier veel door het verzet geoefend en voor onderduikers was het een ideaal terrein.Na de bevrijding wilde men een tuinbouwgebied ontwikkelen.

In 1956 zette het Rijk de ontginning stop omdat de kosten te hoog werden. In het noordelijke deel vond alleen nog zandwinning plaats. De dijk werd gesloten en het gebied heette in de volksmond de ‘Rimboe’, het was geliefd als jacht- en visgebied.

De grond bleek te zout voor de tuinbouw, een proef voor landbouw mislukte doordat veel percelen al ingezaaid waren als grasland. De boeren gingen over op veeteelt. Tot begin jaren ’70 kon er grond worden gepacht. Voor de aanleg van de Coentunnel was er veel zand nodig. Tot 1980 is er 12.000.000 m3 zand gewonnen, waardoor de Stootersplas is ontstaan: 90 ha groot en 25 tot 30 m diep. In de jaren ’80 ging het gebied weer op schop, omdat er besloten was tot een ‘Recreatieschap Het Twiske’. Er moest niet alleen sprake zijn van recreatie, maar natuurbehoud en aansluiting bij het Waterlands landschap werd nagestreefd.

De vegetatie uit het verleden is helaas niet meer terug te halen doordat het oorspronkelijke veenoppervlak door ontginning en storten van zand en bagger is verdwenen. In het gebied zijn veel wandel-, fiets- en ruiterpaden aangelegd.

Twiskemolen, een stukje cultuur in Landsmeer