Kapzolder

Twiskemolen

De kapzolder is geheel ingericht voor de techniek van de molen en daarmee niet in gebruik als woongedeelte. Toch besteden we aandacht aan deze zolder om de gehele inrichting van de molen te completeren. Misschien juist omdat de kapzolder geen woon – cq gebruiksruimte is, overwinteren er vlinders, probeert soms een wilde duif een nest te bouwen (maar geeft dit al gauw op als blijkt dat de kap geregeld draait) en schuilt er wel eens een uil of torenvalk.

Als de molen draait, is het uit veiligheidsoverwegingen verstandig je zeer omzichtig te bewegen in de kap. De vele draaiende onderdelen van de molen zijn spectaculair om te zien en tonen overduidelijk de oerkrachten voortkomend uit de wind. Ondanks al het geweld op de kapzolder, is het op de woonzolders eronder relatief rustig en prettig wonen.

Via assen en tandwielen wordt de draaiende beweging van de wieken overgebracht naar de vijzel onderin de molen. In de kap bevindt zich een van die draaiende tandwielen, het zogenaamde bovenwiel met een doorsnede 3 m. Op een willekeurige oude foto hieronder, is goed te zien hoe groot en zwaar een bovenwiel is uitgevoerd. In het midden steekt een gietijzeren as door het wiel. De molenas is opgevuld met blokken hout zodat deze goed is opgesloten in het bovenwiel.

In het LOL filmpje, is de inrichting van de kapzolder ook goed te zien.

De kap van de molen kan ronddraaien. Dit is belangrijk om de wieken recht op de wind te kunnen zetten als we de polder willen bemalen. Als de kap met wieken richting de wind gedraaid wordt (we noemen dat ‘kruien’) draait het bovenwiel mee. De koningsspil staat precies in het midden van de molen. De tanden (kammen genaamd) van het bovenwiel blijven bij het draaien van de kap, in elke windrichting, even precies in de kammen van de bonkelaar steken. Het blijft toch knap vakwerk dat eeuwen geleden door ambachtslui is gecreëerd.

Een stukje cultureel erfgoed in Landsmeer